Cursus taalontwikkeling in groep 1 en 2
Wil je jouw kennis opfrissen over taalontwikkeling bij kleuters? Heb je behoefte aan praktische handvatten voor de invulling van het taalonderwijs in de onderbouw, onafhankelijk van de methode die je gebruikt? Schrijf je dan in voor de cursus taalontwikkeling in groep 1 en 2.
De cursus bestaat uit 4 afzonderlijke modules, die in 4 bijeenkomsten worden aangeboden:
- Mondelinge taal.
- Beginnende geletterdheid.
- Begrijpend luisteren.
- Woordenschat.
Module 1 Mondelinge taal
Kansen grijpen om mondelinge taal en denken te stimuleren.
Jonge kinderen zijn volop bezig hun spreektaal te ontwikkelen. Dat leidt tot mooie uitspraken als: “Dat vind ik beterder” en “Juf, hij slaade mij”, waarop de beschuldigde leerling reageert met: “Ik slieg niet”. Kleuters breiden hun taalvaardigheid uit door taal te horen in combinatie met het spreken ervan.
De effecten van het stellen van verschillende soorten vragen aan kinderen zijn groot. Ook het taalgebruik van de leerkracht maakt het verschil.
We starten het programma met de fasen van de taalontwikkeling van jonge kinderen en met een introductie van de (tussen)doelen met betrekking tot de taalontwikkeling. Daarna ga jezelf aan de slag met je eigen taalgebruik en de aanpassing hiervan aan het niveau van jonge kinderen. Naast het zelf oefenen met het stellen van de juiste denkvragen komen de volgende vragen aan de orde:
- Hoe kan ik mijn eigen taalgebruik inzetten als didactisch instrument (taalaanbod)?
- Hoe kan ik ruimte scheppen voor actieve deelname van leerlingen aan gesprekken (taalproductie)?
- Hoe kan ik de kwaliteit van de inhoud van taaluitingen van jonge kinderen stimuleren?
- Hoe kan ik feedback geven op taaluitingen van kinderen?
Als een rode draad door het programma lopen steeds de leerkrachtvaardigheden en interactievaardigheden. We bekijken met elkaar een aantal ‘best practices’ in de vorm van uitgeschreven voorbeeldteksten en dvd-fragmenten. We sluiten af met een opsomming van betekenisvolle activiteiten die geschikt zijn om de mondelinge taal van kinderen te stimuleren.
Module 2 Alfabetisch principe en taalbewustzijn
De tussendoelen ‘taalbewustzijn’ en ‘alfabetisch principe’ zijn de twee krachtigste voorspellers voor succes tijdens het leren lezen. Daarom kiest Centraal Nederland ervoor deze twee tussendoelen onder de loep te nemen:
- Wat wordt verstaan onder alfabetisch principe en taalbewustzijn, waaronder het fonemisch
bewustzijn? - Spelen van het reflectiespel voor effectief (lees)onderwijs.
- Wat zeggen de kwaliteitskaarten over de tijdsbesteding?
- Welke minimumdoelen stellen wij in groep 1 en groep 2?
- Invullen van een checklist ‘beginnende geletterdheid’.
- Is ons aanbod voldoende?
- Hoe creëer ik een stimulerende leeromgeving?
- Voor kleuters met onvoldoende fonemisch bewustzijn en letterkennis is de voorschotbenadering in te zetten, wat houdt het concreet in?
- Vertaling naar de eigen praktijk op school.
Module 3 Begrijpend luisteren
Het belang van begrijpend luisteren in de onderbouw wordt nogal eens onderschat in de basisschool. Maar niet voor niets zijn de tussendoelen ‘boekoriëntatie’ en ‘verhaalbegrip’ opgenomen als twee van de tussendoelen van beginnende geletterdheid. Ook bij kleuters kan al een start gemaakt worden om met strategieën te werken. De leerkracht speelt hierbij een cruciale rol. In de workshop begrijpend luisteren komen de volgende onderdelen aan de orde:
- Wat is de inhoud van de tussendoelen ‘boekoriëntatie’ en ‘verhaalbegrip’?
- Hoe kunnen wij werken aan deze doelen?
- Welke strategieën zijn van belang, ook in het kader van de doorgaande lijn van groep 1 t/m 8?
- Wat is het verschil tussen voorlezen, modelen en interactief voorlezen?
- Modelen als werkwijze in de onderbouw: zelf oefenen in 4-tallen.
- Wat zijn de effecten van diverse soorten vragen?
- Ga ik gebruikmaken van pictogrammen en gevarieerde werkvormen en zo ja, welke?
Als afsluiting nemen we de kwaliteitskaart begrijpend luisteren met elkaar door. Voor deze bijeenkomst word je gevraagd een favoriet prentenboek mee te nemen.
Module 4 Woordenschatontwikkeling
‘’Mijn oma heeft ook zo’n dinges!’’ Een zin die zomaar uitgesproken kan worden door een kleuter bij jou op school. Het lijkt onschuldig, maar een beperkte woordenschat kan wel van invloed zijn op het schoolsucces van de desbetreffende leerling.
Vanuit wetenschappelijke inzichten is in onderwijsland steeds meer het besef gegroeid dat expliciet woordenschatonderwijs van belang is voor een goede taalontwikkeling en schoolloopbaan van kinderen. En de basis wordt al gelegd in de groepen 1 en 2.
De inhoud van het programma is:
- Theorie over woordenschatuitbreiding.
- Uitleg van de woordenschatdidactiek aan de hand van het 4-taktmodel van Verhallen.
- Bij de 4 fasen worden diverse opdrachten uitgevoerd.
- We kijken kritisch naar onze eigen methode/aanpak in hoeverre versterking nodig is.
- Hoe vindt woordselectie plaats in combinatie met bestaande woordenlijsten?
- Ideeën voor woordspelletjes in de onderbouw. Welke werkvormen kies je voor een top-5?
- Bespreken van routines: welke routine(s) ga ik invoeren of uitbouwen?
In het kader van een doorgaande lijn binnen de school kunnen de routines wellicht worden doorgegeven aan collega’s.
Wil je slechts 1 of 2 modules volgen? Dat kan ook. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden.
Deelnemers
De cursus is geschikt voor leerkrachten van groep 1 en 2 (en evt. groep 3) en intern begeleiders.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met info@centraalnederland.nl. U kunt ook bellen naar 085 – 8 330 330.