Centraal Nederland

Voor school: hulp bij dyslexie

Kinderen lezen samen

Dyslexiezorg in het primair onderwijs

Je merkt dat een leerling moeite heeft met spellen, lezen en/of schrijven. Ondanks alle hulp neemt de leerachterstand toe, ten opzichte van de andere leerlingen in de klas. Ook zie je soms concentratieproblemen en/of faalangst. Zou het een vorm van dyslexie kunnen zijn?

Centraal Nederland denkt mee over welke aanpassingen in de klas nodig zijn, met welke zwakke kanten van het kind je rekening moet houden en welke sterke kanten van het kind je juist kunt inzetten.

Poster met letters

Het traject voor vergoede dyslexiezorg

Hoe gaat zo’n traject in de praktijk? Het traject bestaat uit drie fasen:

Het voortraject

Allereerst is het belangrijk om extra begeleiding op het gebied van lezen op ondersteuningsniveau 1, 2 en 3 aan te bieden bij het vermoeden van dyslexie. Voor de toegang tot het vergoede diagnostisch onderzoek wordt eerst beoordeeld of in het leerlingdossier voldoende onderbouwing gegeven is voor het vermoeden van dyslexie.

Het onderzoek naar dyslexie

Als het leerlingdossier op orde is, kan Centraal Nederland een dyslexieonderzoek uitvoeren. Tijdens het onderzoek beantwoordt de onderzoeker de volgende vragen:

  • wat zijn de lees-en spellingresultaten op dit moment?
  • zijn er symptomen van dyslexie te zien?
  • zijn er andere oorzaken voor de lees- en spellingproblemen?

De behandeling

In de dyslexiebehandeling wordt gebruik gemaakt van de methoden TaalToren en Ik overzie Dyslexie. Visuele ondersteuning en een auditief aanbod spelen hierbij een grote rol. De behandelaar werkt met school en ouders samen, want de oefeningen hebben ook betrekking op de aangeboden lesstof.

Wanneer wordt dyslexiezorg vergoed?

Vergoeding

Er zijn een paar voorwaarden die gelden om een vergoeding te ontvangen voor dyslexie-onderzoek en -zorg. Als uit het dyslexieonderzoek blijkt dat er sprake is van Ernstige Dyslexie, dan krijgt het kind een Dyslexieverklaring en heeft het recht op een vergoede dyslexiebehandeling.

Meisje aan het schrijven
Jongen met rugzak heeft misschien dyslexie

Ondersteuning op maat

We bieden ook andere vormen van ondersteuning aan voor onderstaande doelgroepen:

Onderbouw

Centraal Nederland ondersteunt bij de vroegtijdige signalering van kenmerken van dyslexie, zoals de voorschotbenadering.

Midden- en bovenbouw

Voor zowel vergoede en niet vergoede zorg (bijvoorbeeld Spellingspeurders) biedt Centraal Nederland begeleiding op schoolteamniveau, bijvoorbeeld op het gebied van:

  • professionalisering
  • nascholing
  • training

Voorgezet Onderwijs

Voor een adviestraject op maat voor onderzoek en begeleiding van leerlingen met dyslexie ben je bij Centraal Nederland op het goede adres. Behandeling bieden we alleen binnen het primair onderwijs.

Wat is het verschil tussen een hoofd- en een tussenmeting?

Hoofdmetingen hebben altijd betrekking op een groep leerlingen op school of in een klas. Voor de hoofdmeetmomenten bestaan normscores. De ontwikkeling van een leerling is daarmee te plaatsen ten opzichte van de (leeftijds)groep.

Tussenmetingen zijn van toepassing op individuele leerlingen en kennen geen normscores. Dat maakt tussenmetingen niet bij voorbaat minder waardevol dan hoofdmetingen.

In geval van individuele ondersteuning kan de school het effect daarvan meten aan de hand van de voortgang bij de betreffende leerling, door het vergelijken van de tussenscore met de voorgaande hoofdscore.

Een tussenmeting kent veelal als doel om het effect van de geboden interventie vroegtijdig te meten en handelingsplannen bij te stellen.

Moet een aanvraag voor diagnostiek altijd aansluiten op de periode van intensieve ondersteuning?

Dat is wenselijk. Als de aanmelding niet aansluit op de periode van intensieve begeleiding, dan moet de school dit schriftelijk beargumenteren. De diagnosticus moet schriftelijk beargumenteren waarom zij/hij vindt dat deze casus niet ontvankelijk is of zou zijn.

Van belang is welke periode er zit tussen de beëindiging van de ondersteuning op niveau 3 en de aanmelding. Als dit een lange periode is, bijvoorbeeld meer dan een half jaar, dan is er vanuit de school een onderbouwing nodig. Als die periode korter is, is een onderbouwing ook nodig, maar dit is dan niet automatisch een bezwaar om de leerling toe te laten tot de diagnostiek.

De diagnosticus moet beargumenteren welk effect van die tussenperiode maakt dat zij/hij de casus niet ontvankelijk acht. Ook dient de diagnosticus aan te geven welke informatie er mist waardoor de diagnose niet gesteld kan worden.

Is het bij het bieden van zorg op zorgniveau 3 verplicht een uur intensieve begeleiding te bieden op het gebied van lezen én spelling, indien de leerling op beide vakgebieden zeer zwak scoort?

Bij lage functioneringsniveaus lopen lezen en spellen voortdurend door elkaar en daarvoor is een geïntegreerde aanpak wenselijk. In dit geval volstaat 3 keer 20 minuten per week extra ondersteuning op niveau 3.

Het accent kan verschuiven, afhankelijk van waar de grootste problemen liggen en in welke fase van technisch lezen en spellen de leerling zit.

Hoe lang is een dyslexieverklaring geldig?

Een dyslexieverklaring is levenslang geldig.

Iedere onderwijsinstelling formuleert zelf een dyslexiebeleid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • de classificerende of onderkennende diagnose: de leerling heeft dyslexie
  • de indicerende of handelingsgerichte diagnose: dit is de ondersteuning die deze leerling nodig heeft

Het beleid van een onderwijsinstelling kan zijn: de onderkennende diagnose geldt levenslang, de handelingsgerichte diagnose voor een kortere periode, bijvoorbeeld vijf jaar.

Compensatie- en dispensatiemaatregelen

Indien gewenst kan samen met de leerling bekeken worden aan welke compensatie- en dispensatiemaatregelen nog behoefte is en welke daarvan een vast te stellen gunstig effect hebben. Van belang is dat leerlingen die terecht een dyslexieverklaring hebben ook adequate ondersteuning van het onderwijs krijgen.

Is er bij dyslexie altijd een vermoeden van hoge intelligentie?

Een van de kenmerken van dyslexie is, dat een leerling moeite heeft met het decoderen van woorden. Deze woorddecodeervaardigheid staat los van de begaafdheid van de leerling. Er is daarom geen reden om bij hoogbegaafde leerlingen af te wijken van de geldende criteria.

Compenseren

Maar het kan bijvoorbeeld zijn dat bij een leestest (met score D-niveau) de woorddecodeervaardigheid van een leerling mooier lijkt dan die in werkelijkheid is. Dit komt omdat de leerling zijn tekort weet te compenseren. In dat geval is het noodzakelijk om dit compensatiemechanisme in een navolgbare redenering aannemelijk te maken.

Duidelijk moet worden beschreven waar de aanname op gebaseerd is, om welk mechanisme het gaat, hoe dat werkt en hoe het komt dat de leerling met een feitelijke vaardigheid op E-niveau toch een score op D-niveau heeft kunnen behalen.

Dit kan bijvoorbeeld door het lezen van pseudowoorden, het uitvoeren van basale fonologische taken (zoals spoonerisme) of het spellen van klankzuivere, maar complexe woorden met clusters van 3 of 4 medeklinkers. Daarmee is een feitelijk veel geringere decodeervaardigheid aan te tonen, dan de toetsuitslagen suggereren.

Is er bij dyslexie vaak sprake van comorbiditeit?

Comorbiditeit betekent dat er twee of meer aandoeningen of stoornissen bij één persoon tegelijkertijd voorkomen.

Dyslexie kan voorkomen in combinatie met andere ontwikkelingsproblemen zoals ADHD, ASS of angststoornissen. Als de dyslexie secundair is, moet eerst het primaire probleem (bijvoorbeeld ADHD) behandeld worden.

Als deze stoornis is behandeld tot het niveau waarop dit niet meer belemmerend werkt voor de dyslexiediagnostiek, dan kan het kind binnen de vergoede dyslexiezorg voor diagnostiek en/of behandeling in aanmerking komen. De intensieve periode op zorgniveau 3 is dan minimaal uitgevoerd in de 6 maanden waarin de stoornis wordt behandeld.

Wat is een goede ondersteuning op niveau 2 en 3?

Welke toetsen zijn er op school bij een vermoeden van dyslexie?

Het toetsen op school betreft natuurlijk allereerst het volgen van de lees- en spellingontwikkeling van de leerling. De interpretatie van de toetsresultaten wordt gebruikt voor het bepalen van de verdere invulling van het onderwijsaanbod aan de leerling.

Hiervoor zijn verschillende soorten toetsen en leerlingvolgsystemen beschikbaar, waaruit scholen zelf een passende keuze kunnen maken.

Als de leerling bij het meten van de ontwikkeling op school echter grote uitval en blijvende achterstand bij lezen en/of spelling vertoont, dan kan er mogelijk sprake zijn van een vermoeden van dyslexie.

Om de ernst van de achterstand en de hardnekkigheid van de lees-/spellingproblemen goed in kaart te brengen – en daarmee het vermoeden van dyslexie te kunnen onderbouwen – moet naast de gebruikelijke schooltoetsen ook gebruik gemaakt worden van specifieke toetsen voor woordlezen of spelling.

Het gaat hierbij om genormeerde toetsen die het lezen of spellen op woordniveau meten, waarbij percentielscores worden opgeleverd. Deze percentielscores zijn nodig bij het vaststellen van het effect van de intensieve ondersteuning op school op ON2 en ON3, en bij een eventuele aanmelding voor aanvullende dyslexiezorg (ON4).

Lees meer informatie hierover op de website van Dyslexie Centraal.

Neem contact op

Toch nog op zoek naar andere informatie of heb je hulp nodig bij het verwijzen van een leerling? Neem dan contact met ons op. We helpen je heel graag verder!

Het is ook mogelijk om meer informatie op te vragen via info@centraalnederland.nl of bel 085 – 8 330 330.

Mevrouw is aan het bellen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief