Hoe maak ik als leraar het verschil bij woordenschatonderwijs?
Voor wie?
Leraren groep 3 t/m 8 en intern begeleiders
Waar gaat het over?
Steeds meer taalmethoden bevatten een expliciete woordenschatlijn. Het is vaak niet voldoende om alleen deze lijn te volgen. Begrippen worden niet structureel aangeboden, missen soms de zo belangrijke samenhang of blijken vaak al bekend te zijn. Daarnaast is het essentieel om gedurende de hele dag aan woordenschat te werken. Welke didactiek en werkvormen kun je dan het beste gebruiken door de hele school heen?
Inhoud
Tijdens de training komt aan bod:
- Uitleg/opfrissen van de woordenschatdidactiek aan de hand van het 4-taktmodel van Verhallen. Bij de 4 fasen worden diverse opdrachten uitgevoerd.
- We kijken kritisch naar onze eigen methoden en aanpak, én in hoeverre er versterking nodig is.
- Hoe vindt woordselectie plaats in combinatie met bestaande woordenlijsten?
- Hoe differentieer ik zodat alle kinderen profiteren van het woordenschatonderwijs?
- Ideeën voor woordspelletjes in midden- en bovenbouw. Welke werkvormen kies ik voor een top-5?
- Bespreken van routines: welke routine(s) ga ik invoeren of uitbouwen?