Cursus: Executieve functies
Voor wie?
Leraren en intern begeleiders
Waar gaat het over?
Je bent net begonnen met voorlezen als er een wesp door de klas in vliegt. Enkele kleuters roepen en wijzen enthousiast. De aandacht voor het verhaal is verdwenen. Je geeft in groep 5 een taalles. Na de instructie zet je de kinderen aan het werk. Eén leerling krijgt verlengde instructie en heeft de opdracht om met haar taalboek en -schrift naar de instructietafel te komen. Ze komt echter aan met een rekenschrift en wisbordje. Het is tijd voor de pauzehap. Je wilt het lied inzetten, maar één kind heeft het brood al in zijn mond gedaan.
Het zijn bekende voorbeelden die dagelijks kunnen voorkomen:
- het kind dat vergeet welke materialen het nodig heeft
- het kind dat na de instructie niet tot werken komt
- het kind dat altijd impulsief handelt wanneer het zich onrechtvaardig behandeld voelt