Inhoud
We starten het programma met de fasen van de taalontwikkeling van jonge kinderen en met een introductie van de (tussen)doelen voor taalontwikkeling. Daarna ga je zelf aan de slag met je eigen taalgebruik en de aanpassing hiervan aan het niveau van jonge kinderen.
Naast het zelf oefenen met het stellen van de juiste denkvragen komen de volgende vragen aan de orde:
- Hoe kan ik mijn eigen taalgebruik inzetten als didactisch instrument (taalaanbod)?
- Hoe kan ik ruimte scheppen voor actieve deelname van kinderen aan gesprekken (taalproductie)?
- Hoe kan ik de kwaliteit van de inhoud van taaluitingen van jonge kinderen stimuleren?
- Hoe kan ik feedback geven op taaluitingen van kinderen?
Als een rode draad door het programma lopen steeds de leerkrachtvaardigheden en interactievaardigheden. We bekijken met elkaar een aantal ‘good practices’ in de vorm van uitgeschreven voorbeeldteksten en dvd-fragmenten.
Ter afsluiting krijg je een opsomming van betekenisvolle activiteiten die geschikt zijn om de mondelinge taal van kinderen te stimuleren.