Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen over dyslexie; informatie van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie
Wat is het verschil tussen een hoofd- en een tussenmeting?
Hoofdmetingen hebben altijd betrekking op een groep leerlingen op school of in een klas. Voor de hoofdmeetmomenten bestaan normscores. De ontwikkeling van een leerling is daarmee te plaatsen ten opzichte van de (leeftijds)groep. Tussenmetingen zijn van toepassing op individuele leerlingen en kennen geen normscores. Dat maakt tussenmetingen niet bij voorbaat minder waardevol dan hoofdmetingen. In geval van individuele ondersteuning kan de school het effect daarvan meten aan de hand van de voortgang bij de betreffende leerling, door het vergelijken van de tussenscore met de voorgaande hoofdscore. Een tussenmeting kent veelal als doel om het effect van de geboden interventie vroegtijdig te meten en handelingsplannen bij te stellen.
Moet een aanvraag voor diagnostiek altijd aansluiten op de periode van intensieve ondersteuning?
De school moet schriftelijk beargumenteren waarom de aanmelding niet aansluit op de periode van intensieve ondersteuning. De diagnosticus moet schriftelijk beargumenteren waarom zij/hij vindt dat deze casus niet ontvankelijk is of zou zijn. Van belang is welke periode er zit tussen de beëindiging van de ondersteuning op niveau 3 en de aanmelding. Als dit een lange periode is, bijvoorbeeld meer dan een half jaar, dan heeft de school inderdaad iets uit te leggen. Als die periode korter is, moet dit ook uitgelegd worden, maar dit is dan niet automatisch een bezwaar om de leerling toe te laten tot de diagnostiek. De diagnosticus moet beargumenteren welk effect van die tussenperiode maakt dat zij/hij de casus niet ontvankelijk acht. Tevens dient de diagnosticus aan te geven welke informatie zij/hij mist waardoor de diagnose niet gesteld kan worden.
Is het bij het bieden van zorg op zorgniveau 3 verplicht een uur intensieve begeleiding te bieden op het gebied van lezen én spelling, indien de leerling op beide vakgebieden zeer zwak scoort?
Bij lage functioneringsniveaus lopen lezen en spellen voortdurend door elkaar en daarvoor is een geïntegreerde aanpak wenselijk. Dat houdt in dat ook éénmaal per week 3 keer 20 minuten extra ondersteuning op niveau 3 volstaat. Het accent kan verschuiven, afhankelijk van waar de grootste problemen liggen en in welke fase van technisch lezen en spellen de leerling zit.
In enkele gevallen hebben leerlingen op spellen 3 keer een E gescoord, waarbij voor de diagnose ED de leesprestaties ook onder percentiel 16 dienen te liggen. Dan zal de nadruk op spelling liggen, waarbij echter lezen niet helemaal genegeerd kan worden.
Hoelang is een dyslexieverklaring geldig?
Een dyslexieverklaring is levenslang geldig.
Iedere onderwijsinstelling mag/moet zelf een dyslexiebeleid formuleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de classificerende of onderkennende diagnose (de leerling heeft dyslexie) en de indicerende of handelingsgerichte diagnose (dit is de ondersteuning die deze leerling nodig heeft).
Het beleid van een onderwijsinstelling kan zijn: de onderkennende diagnose geldt levenslang, de handelingsgerichte diagnose voor een kortere periode, bijvoorbeeld vijf jaar. Indien gewenst kan samen met de leerling bekeken worden aan welke compensatie- en dispensatiemaatregelen nog behoefte is en welke daarvan een vast te stellen gunstig effect hebben. Van belang is dat leerlingen die terecht een dyslexieverklaring hebben ook adequate ondersteuning van het onderwijs krijgen.
Dyslexie en vermoeden van hoge intelligentie
Een van de kenmerken van dyslexie is, dat een leerling moeite heeft met het decoderen van woorden. Deze woorddecodeervaardigheid staat los van de begaafdheid van de leerling. Er is daarom geen reden om bij hoogbegaafde leerlingen af te wijken van de geldende criteria. Maar het kan bijvoorbeeld zijn dat bij een leestest (met score D-niveau) de woorddecodeervaardigheid van een leerling mooier lijkt dan die in werkelijkheid is. Dit komt omdat de leerling zijn tekort weet te compenseren. In dat geval is het noodzakelijk om dit compensatiemechanisme in een navolgbare redenering aannemelijk te maken. Duidelijk moet worden beschreven waar de aanname op gebaseerd is, om welk mechanisme het gaat, hoe dat werkt en hoe het komt dat de leerling met een feitelijke vaardigheid op E-niveau toch een score op D-niveau heeft kunnen behalen. Dit kan bijvoorbeeld door het lezen van pseudowoorden, het uitvoeren van basale fonologische taken (zoals spoonerisme) of het spellen van klankzuivere, maar complexe woorden met clusters van 3 of 4 medeklinkers. Daarmee is een feitelijk veel geringere decodeervaardigheid aan te tonen, dan de toetsuitslagen suggereren.
Comorbiditeit
Dyslexie kan voorkomen in combinatie met andere ontwikkelingsproblemen zoals AD(H)D, ASS of angststoornissen. Als de dyslexie secundair is, moet eerst het primaire probleem (bijvoorbeeld ADHD) aangepakt worden. Als deze stoornis is behandeld tot het niveau waarop dit niet meer belemmerend werkt voor de dyslexiediagnostiek, dan kan het kind binnen de verzekerde dyslexiezorg voor diagnostiek en/of behandeling in aanmerking komen. De intensieve periode op zorgniveau 3 is dan minimaal uitgevoerd in de 6 maanden waarin de stoornis wordt behandeld.
Wat is een goede ondersteuning op niveau 2 en 3?
Zie hiervoor: Handreiking voor de invulling van ON 2 3 en 4_versie 3.0
Scholen stappen van de CITO-LVS toetsen over naar de Boom schoolvaardigheidstoetsen, deze hebben geen woordleestoetsen. Is dat met de SVT-TL niet meer nodig?
Dyslexie is een stoornis op woordniveau. De benaming SVT-TL is verwarrend, omdat onder technisch lezen vrijwel altijd het lezen/decoderen van losse, niet samenhangende woorden wordt verstaan. De SVT-TL is een tekst en dat voegt een dimensie toe, namelijk contextinformatie. Daardoor wordt het lezen van het individuele woord gemakkelijker. Als dat bij een kind het geval is –de score bij het tekstlezen is significant hoger dan wat je op grond van het woordlezen zou verwachten– dan is het diagnostisch en voor de behandeling relevant. Maar dan moet je het niveau van het lezen op woordniveau wel weten.
Overigens kunt u verwachten dat als een leerling op grond van de SVT-TL aan het criterium 3 x E voldoet, dat voor het woordlezen (DMT 123 of EMT) ook zo zal zijn. Maar wat is er tegen om dat even te checken? Dit duurt 1 of maximaal 3 minuten.