Kanjer
Ik zat in klas 3 bij een, in mijn ogen, strenge juffrouw. Ik was geen bovengemiddelde leerling, dus school was sowieso ‘niet leuk’. Tafels leren en lezen vond ik echt niet fijn. Ik ging naar school, maar met weinig enthousiasme.
Totdat ik naar klas 4 ging. Toen kregen we namelijk een nieuwe meester die we geen van allen kenden. Hij kwam van Urk! Meester Hoekstra was zijn naam en wat het meest opviel was dat hij een lange man was. Hij was aardig, rustig en gaf veel ruimte. Het was gezellig in de klas en ik kan me niet herinneren dat er ordeproblemen waren. Soms, als je niet luisterde, dreigde de meester je op de kop in de prullenbak te hangen. Dat was natuurlijk lachen! Helemaal toen de meester dit ook echt deed! We keken onze ogen uit en vonden het prachtig. Behalve die keer toen ik zelf aan de beurt was; toen was ik wat minder opgetogen(…)
De meester had een beetje weinig geduld, denk ik. Op een goede dag wist een van de kinderen het antwoord op een som niet. Een beetje geïrriteerd herhaalde de meester de som. Toen het antwoord wat lang achterwege bleef, sloeg hij met zijn vuist op het bord. Het werd even héél erg stil. Met verbazing keken we allemaal naar de grote barst die tevoorschijn kwam op het zwarte bord. De meester lachte even en wij lachten hard met hem mee. Pffff, was wel even schrikken!
Ik ging elke dag met plezier naar school. Het leven liep rustig door. Er waren geen zorgen of bijzonderheden. Een prettige tijd. De meest bijzondere herinnering heb ik aan die ene woensdagochtend. Het gebeurde tegen het einde van de morgen. De meester was bezig met zijn dankgebed en wij deden allemaal eerbiedig mee.
Plotseling kwam er iemand de klas binnen, die verschrikt iets riep over een kind in de andere klas. De meester dacht geen moment na, stapte met twee grote stappen over de tafeltjes van de leerlingen heen en bleef enkele minuten weg. Even later kwam hij weer binnen en maakte rustig zijn dankgebed af. Daarna vertelde hij kort dat er in de klas naast ons een meisje in benauwdheid was geraakt, omdat ze een pennendop had ingeslikt. Hij had haar even ‘geholpen’. Voor mij kon meester Hoekstra niet meer stuk! Een echte kanjer!