Blog – Rekenen is zoiets als achteruit inparkeren
‘Kinderen uit de bovenbouw leren rekenen in 13 weken’. Deze reclameboodschap klinkt al een aantal maanden door de ether. De eerste keren dat ik het hoor roept het bij mij de nodige weerstand op: goedkoop gepraat waar ouders vast wel een hoofdprijs voor moeten betalen…
Vlak voor de zomer word ik door een school gevraagd om voor een groep van acht leerlingen uit groep 6 een rekentraject uit te voeren. Door omstandigheden (heel veel leerkrachtwisselingen in de vorige schooljaren) missen deze kinderen al lange tijd de aansluiting bij de groep. Ze zijn met rekenen duidelijk de weg kwijt, ondanks goedbedoelde inspanningen van de remedial teacher. Een hele uitdaging.
De start
Na de zomervakantie neem ik bij alle acht leerlingen een korte toets af. Het rekengesprek levert informatie op over wat wordt beheerst en waar nog hiaten zijn. De automatisering van de basisbewerkingen is beperkt. Wat vooral ook opvalt is het volledig ontbreken van strategieën. De achterstanden variëren van één tot twee jaar. In overleg met de remedial teacher maak ik een planning. We vullen tien data in voor het traject dat eindigt vlak voor de kerstvakantie. De acht leerlingen worden verdeeld over twee groepjes. Met ieder groepje zal per keer drie kwartier worden gewerkt. Voor elk kind wordt een map aangeschaft. Ik zorg voor de inhoud: wekelijks nieuwe oefenstof, hulpmaterialen (zoals 100veld, getallenlijn) en uitgewerkte stappenplannen voor geoefende somtypen. Er is wel een complicerende factor: ik kan de begeleiding alleen geven op de woensdagmiddag. Tot mijn verrassing is dat geen probleem, niet voor de ouders en ook niet voor de kinderen.
Grote betrokkenheid
De positieve betrokkenheid is vanaf het begin groot. Alle kinderen staan er voor open om er het beste van te maken. We proberen het wat luchtig te houden, maar er moet ook hard gewerkt worden. De eerste ‘les’ maak ik duidelijk waar ik met hen naartoe wil. Dat geeft even een schrikbeweging. Ik leg uit dat het oplossen van deze sommen inderdaad niet gemakkelijk is. Het kan lukken als je de juiste stappen in de goede volgorde zet. Het is zoiets als achteruit inparkeren met de auto: best ingewikkeld. Het kost de nodige oefening om dat vloeiend te doen. Eerst moet je verschillende handelingen met de auto goed kunnen uitvoeren. Zo is het ook met rekenen: stap voor stap.
De eerste vijf lessen blijven we binnen de 10 rekenen, maar bouwen de moeilijkheid wel op. We beginnen met 2+7 en rekenen door tot 356-34. Ondertussen oefenen we de afzonderlijke deelstappen, zijn we ons bewust van ‘tientallen’ en ‘eenheden’ en passen we gaandeweg de juiste strategieën toe. Les 6 en 7 gebruiken we om de rekenhandelingen over de 10 in te oefenen, eerst in het getal bereik tot 20 en daarna ook met grotere getallen. Natuurlijk gaat het inoefenen van de stof van de eerste lessen onverminderd door. Er wordt tot vervelens toe gehamerd op het naleven van de afgesproken aanpak: het eerste getal blijft heel! Vanaf les 8 is de integratie volledig. Nu maken we ook een begin met het cijferend rekenen. Optellen lukt al goed, maar voor aftrekken hebben we meer tijd nodig. De kinderen kunnen terugvallen op het uitgewerkte stappenplan.
Verrassende resultaten
Les 10 kan vanwege de lockdown niet doorgaan. Gelukkig lukt het nog wel om in december alle kinderen opnieuw kort te toetsen. De resultaten overtreffen mijn verwachtingen. Ik had het eerder niet voor mogelijk gehouden om in zo’n korte tijd toch zo ver te komen. Soms is het nodig om even een reminder te geven (Hoe begin je ook alweer?) om dan te zien dat ze na “Oh ja” de som prima oppakken. Het meest verrast ben ik misschien wel door het feit dat de kinderen tot het eind toe enthousiast zijn blijven meedoen. Ik denk dat dat ook komt omdat ze vanaf het begin het gevoel hebben gehad dat ze steeds meer grip krijgen op het rekenproces. Ik ben tevreden over de manier waarop het traject is uitgevoerd. Het is verder gegaan (ook de tafels zijn aan de orde gekomen, net als het delen) dan ik voor mogelijk had gehouden. Zou het dan toch kunnen om kinderen in korte tijd te leren rekenen?
Eind januari vullen we dan toch nog les 10 in. Daar kijken de kinderen erg naar uit, want het gaat gepaard met chips en limonade. Voordat het feest begint doen ze eerst ‘examen’: een samenvatting van de somtypen die we in de afgelopen maanden samen hebben geoefend. Als beloning ligt er een rekendiploma klaar. Terwijl de kinderen het lokaal stofzuigen vanwege de confetti informeer ik de ouders in 10-minutengesprekjes over het verloop en hoe het verder gaat. Voor het laatste is de remedial teacher verantwoordelijk. Dat is haar wel toevertrouwd. Gedurende het hele traject heeft ze alle lessen bijgewoond en tussendoor ook nog met dezelfde materialen en instructies met de kinderen gewerkt. Het zal nodig zijn om te blijven appelleren op de aangeleerde strategieën om vanuit “Oh ja” ook verder te kunnen bouwen.
Broodnodige in-oefening
Terwijl ik dit verhaal schrijf zijn de scholen nog gesloten vanwege de pandemie. Ik ben me bewust dat dit voor sommige leerlingen wel eens funest kan zijn als het langer duurt. Zeker geldt dit voor rekenzwakke kinderen die het zo nodig hebben dat instructies en in-oefening systematisch gebeuren.
Je mag niet verwachten dat ouders als vanzelfsprekend in het begeleiden het goede verlengstuk zijn van de leerkracht. Voor je het weet zijn er hiaten en loop je achter de feiten aan.
Arie Schuilenburg
onderwijsadviseur